Vakantie Zwitserland 2020
Strijen - Disentis
Donderdag 23 juli zijn we 's ochtends rond een uur of zeven vertrokken voor een vakantie in Coronatijd van zo'n 2 1/2 week naar Zwitserland.
De bestemming voor de zomervakantie was door de corona al een aantal maal veranderd en we wilden toch wel even weg. Ook omdat we vorig jaar in de zomer
door omstandigheden ook geen lange zomervakantie hadden gehad.
Via Duitsland, met opvallend weinig files door wegwerkzaamheden, zijn we bij Bazel Zwitserland ingegaan. Voor onderweg hadden we zelf eten en drinken
meegenomen zodat we geen restaurant hoefden te bezoeken. Rond 7 uur 's avonds kwamen we aan bij het appartementen complex, het Catrina Resort in Disentis
in het kanton Graubünden. Het complex bestaat uit diverse gebouwen met appartementen en verder zijn er wellness voorzieningen, diverse restaurants en
een supermarkt op het terrein gevestigd. De eerste avond hebben we in één van de restaurants op het complex gegeten. In dit appartement zijn
we 7 dagen gebleven omdat we het niet voor een kortere periode konden huren.
Disentis en Lukmanierpas
De eerste echte dag van de vakantie begon met slecht weer, de ochtend hebben we gekeken wat we in het gebied waar we zaten allemaal zouden kunnen gaan bezoeken
de eerste week. We hadden ons door de corona niet echt kunnen voorbereiden op deze vakantie, pas een paar dagen voor vertrek hadden we besloten om naar
Zwitserland te gaan. Na de lunch besloten we om in verband met het slechte als eerste het klooster van Disentis te bezoeken. Van het hotel hadden we
kortingsbonnen voor diverse attracties in omgeving gekregen waaronder ook een kortingsbon voor dit klooster.
Het huidige klooster is gebouwd aan het einde van de 17e eeuw. Op dezelfde plaats hebben echter sinds ongeveer het jaar 700 eerdere kloosters gestaan.
Tijdens de Franse Revolutie is het klooster is 1799 deels door brand verwoest waarbij het archief en de bibliotheek verloren zijn gegaan.
Toen we het klooster verlieten was de regen weggetrokken. We besloten om nog een stukje van de omgeving van Disentis te verkennen. We zijn naar het
zuiden gereden en via een fraaie weg kwamen we uit bij de Lukmanierpas op de grens van de kantons Graubünden en Ticino bij het Lago di Santa Maria.
We hebben daar wat gewandeld, bij een restaurant wat gedronken en bij een stalletje langs de weg wat kaas en worst gekocht.
Ook begon de lucht hier wat verder open te trekken en zagen we al wat blauwe plukjes lucht tussen de grijze bewolking, een voorbode van het betere weer
voor de komende dagen.
Caischavedra
De volgende dag was het weer al een stuk beter, geen regen meer maar zon en bewolking! Tegenover het hotel was een kabelbaan naar de Caischavedra en
bij kortingsbonnen van het hotel zat ook een kaartje voor een gratis retourrit met de kabelbaan. Eénmaal boven wilden we nog verder naar boven
met de stoeltjeslift, maar die was helaas niet in gebruik. Dus hebben we twee wandelingen gemaakt, onderbroken door een lunch in het restaurant
bij het bovenstation van de kabelbaan.
De wandeling na de lunch was langs een pas waarbij bordjes waren geplaatst bij diverse planten zodat je de planten diversiteit van dit gebied wat
duidelijker werd. Vooral Hilleke heeft hier weer heel wat bloemetjes kunnen fotograferen.
San Carlo di Negrentino
Zondag zijn we naar het zuiden van Zwitserland gegaan naar Locarno via de Valle de Blenio. Onderweg hebben we een bezoek gebracht aan het 11e eeuwse,
romaanse, San Carlo di Negrentino kerkje in Leontica met zijn schitterende romaanse en laatgotische fresco's.
Locarno
Na het bezoek aan het schitterende kerkje zijn we doorgereden naar Locarno. Deze stad aan de noordpunt van het Lago Maggiore wordt wel de zonnigste
stad van het land genoemd. Het Piazza Grande is het centrale plein van de stad waar we wat hebben gedronken alvorens een wandeling door de stad te
maken. Met een tandrarbaan zijn we een berg bij de stad opgegaan naar het Santuario della Madonna del Sasso klooster. Dit klooster kijkt over over
de stad en het Lago Maggiore.
Vanuit Locarno zijn we naar Brissago gereden tegen de grens met Italiï aan. Daar hebben we op een bankje aan het meer gezeten en genoten van het
uitzicht alvorens we in Ascona, tegen Locarno aan, bij een hotel met uizticht over het meer hebben gegeten.
Göscheneralpsee
Maandag 27 juli was weer een schitterende dag en hebben we een rondrit gemaakt over een aantal passen, de Sustenpas, de Grimselpas en de Furkapas.
Als eerste zijn we naar de Göscheneralpsee gegaan, een stuwmeer op een hoogte van bijna 1800 meter. We hebben een korte wandeling naar het einde
van de dam en weer terug gemaakt. Het mooie meer met smaragdgroen water is omgeven door met sneeuw bedekte bergen.
Sustenpas, Grimselpas en Furkapas
De eerste van de drie passen was de Sustenpas. We wilden bij een meertje, de Steinsee, onze lunch eten, maar om daar te komen moest je betalen.
Dus hebben we even verderop op een rots langs de weg onze lunch gegeten vanwaar we fraaie uitzichten hadden op de omringende bergen en een wild
stromende rivier in de diepte, de Steinwasser.
Na de lunch zijn we verder gereden op onze 3-passen tour en naar de Grimselpas gereden waar we wat hebben gedronken bij het restaurant op de pas.
De Grimselpas ligt op 2165 meter hoogte en het vormt de waterscheiding tussen de Noordzee en de Middelandse zee.
Vanaf de Grimselpas is het maar een klein stukje rijden naar de Furkapas. Eerst gaat de weg met vele haarspeldbochten naar beneden naar het
dorpje Gletsch. Door dat dorp loopt een klein stroompje, de Rhône die een paar kilometer daarvoor is ontsprongen. Vanuit het dorpje Gletsch
slingert de Furkastrasse zich langs de berg omhoog naar de Furkapas.
Oberalppas en Schneehüenerstock
Bij de kaartjes die we van het hotel hadden gekregen zaten ook treinkaartjes voor een retour ritje van Disentis naar de Oberalppas en kaartjes voor de
kabelbaan bij de Oberalppas naar de top van de Schneehüenerstock. Deze dagtrip hebben we gedaan op de dinsdag en die dag beloofde
opnieuw een mooie dag te worden. Met de auto zijn we naar het station van Disentis gegaan en vandaar dus verder met de trein.
De treinreis naar Oberalppas duurde ruim een halfuur. Na aankomst hebben we eerst wat gedronken bij een restaurant en daarna zijn we naar de kabelbaan
gelopen om daarmee naar de top van de Schneehüenerstock te gaan. Ook de kaartjes voor deze kabelbaan zaten bij de set van kaartjes van het hotel.
De rit met de kabelbaan naar de 2600 meter hoge Schneehüenerstock duurde een paar minuten. Eémaal boven bleek daar zo hier en daar nog wat
sneeuw te liggen, maar koud was het er zeker niet. We hebben er wat rond gewandeld en van het uitzicht over de omgeving genoten. Verder was er niet veel te
doen, dus na een uur zijn we weer met de kabelbaan naar beneden gegaan en hebben we bij een restaurant op de Oberalppas wat gegeten.
Inmiddels was de lucht gaan betrekken en terwijl we op ons eten zaten te wachten begon het opeens te regenen. Dat duurde overigens niet heel lang dus we
konden buiten blijven zitten.
Na de lunch zijn we weer met de trein terug gegaan naar Disentis, toen we op het station op de trein stonden te wachten begon het opeens weer te plenzen.
In verband met de corona was de wachtkamer gesloten, er was alleen nog een klein stukje overdekt op het station waar we dus op een paar vierkante meter met heel
wat mensen stonden te schuilen. Anderhalve meter afstand was hier niet te doen. Toen even later de trein kwam was het echter al weer droog en scheen de zon
alweer.



